Recensies
https://www.groene.nl/artikel/geraas-getier-en-gebral
http://www.nrc.nl/handelsblad/1999/09/03/wf-hermans-mandarijnen-op-zwavelzuur-1964-7460756
Informatie
http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/m/mandarijnen-op-zwavelzuur/
http://www.dbnl.org/tekst/smul003kuns01_01/smul003kuns01_01_0001.php
Auteur
https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_Frederik_Hermans
Nederlands V4
zondag 13 maart 2016
Van den Vos Reynaerde - bespreking
Van den vos Reynaerde – Willem die Madocke maecte (ca. 1260)
Van den vos Reynaerde,
waarschijnlijk het bekendste boek uit de vroege Nederlandse literatuur is
geschreven in de dertiende eeuw door Willem die Madocke maecte en gaat over
Reinaert de vos die zowat elke inwoner uit het dierenrijk van koning Nobel wel
heeft bedrogen, opgelicht of bespeeld. Veel van hen doen hun beklag over de
streken van Reinaert op een hofdag van de koning. Reinaert is wel uitgenodigd
maar niet aanwezig op het hof en na het horen van de verhalen van onder andere
Cantecleer (een hondje) en de wolf Izengrijn besluit de koning dat Reinaert
gestraft moet worden. Bruun de beer wordt op Reinaert afgestuurd om hem naar
het hof te halen maar als Bruun bij Reinaert is maakt de vos gebruik van Bruuns
gulzigheid en bedenkt meteen een list om van hem af te komen. Deze list leidt
ertoe dat Bruun vast komt te zitten in een boom en wordt toegetakeld door mensen
uit de buurt. Bruun komt gehavend, zonder Reinaert, terug op het hof en de koning
stuurt vervolgens Tybeert de kater op Reinaert af. Ook hij slaagt er niet in
Reinaert mee terug te brengen want de vos zorgt ervoor dat hij wordt opgesloten
in het kippenhok van een pastoor. Als 3e wordt Grimbeert de das
eropaf gestuurd en hij weet Reinaert wel over te halen mee te komen naar het
hof. Op het hof wordt Reinaert ter dood veroordeeld maar terwijl de galg wordt gehaald
overtuigt Reinaert de koning en de koningin ervan dat juist Bruun, Tybeert en
Grimbeert gestraft moeten worden omdat zij een schat zouden hebben vergaard en
een aanslag op de koning beramen. Reinaert maakt de koning en zijn vrouw wijs
dat hij de schat heeft gestolen en de verstopplek zal delen als hij wordt
vrijgesproken. De koningin haalt, met het oog op de schat, de koning over en
Reinaert wordt vrijgesproken en zegt dat hij op pelgrimstocht naar Rome wilt. Reinaert
wordt eerst nog thuisgebracht door Cuwaert de haas en Belijn de ram en voordat
hij echt weggaat met zijn gezin bijt hij eerst het hoofd van Cuwaert af en laat
deze door Belijn bezorgen bij de koning. Koning Nobel is woedend en heeft door
dat ook hij opgelicht is maar als met zijn edelen bij de burcht van Reinaert is
om hem om te leggen, is de vos met zijn gezin allang vertrokken.
Op het eerste gezicht lijkt dit
een vermakelijk dierenverhaaltje maar eigenlijk is dit een satirisch werk welke
de dertiende-eeuwse maatschappij op de hak neemt. De koning wil de schat waar
Reinaert over praat zo graag hebben dat hij de vos vrijspreekt en zijn vazallen
aan de kant zet. Bruun is zelf zo gulzig naar honing dat hij zijn oorspronkelijke
taak vergeet (en in de val wordt gelokt) maar de dorpelingen (de laagste stand)
behandelen Bruun wel heel wreed. Ook de geestelijkheid wordt te kakken gezet,
de pastoor die Tybeert in zijn kippenhok aantreft heeft een vrouw en kinderen
wat natuurlijk uit den boze is. Niet alleen de dertiende-eeuwse maatschappij moet
het ontgelden, ook met de ridderliteratuur uit die tijd wordt de spot gedreven.
Van den vos Reynaerde is namelijk geschreven in de vorm van een heldendicht, maar
in plaats van het hoofdpersonage te loven en te verwijzen naar vroegere
heldendaden, bekritiseerd de auteur de vos en heeft hij geen sympathie voor
zijn daden. Tot de ridderliteratuur mag je dit verhaal dan ook niet rekenen,
liever kan men dit beschrijven als een parodie op de middeleeuwse roman.
zaterdag 2 januari 2016
Recensie Een nagelaten bekentenis
Schrijver: Emants, Marcellus
Titel: Een nagelaten bekentenis
Jaar van uitgave: 1894
Dit boek is oud en toch zeer leesbaar
Het is het jaar 1891 als de Rus Leo Tolstoj zijn befaamde
Kreuzersonate publiceert, een
raamvertelling van een man die zijn vrouw heeft vermoord door jaloezie en op
verdenking van overspeligheid. Nog geen drie jaar later, in 1894, publiceert de
Nederlandse Marcellus Emants zijn bekendste werk: ‘Een nagelaten bekentenis’. Ook
in dit verhaal vertelt een man over hoe hij zover kwam zijn vrouw te vermoorden
en ook in dit verhaal is er sprake van jaloezie. Daarnaast genieten beide
boeken respectievelijk internationaal en nationaal grote faam en worden ze tot
op de dag van vandaag nog uitgegeven. Er zijn echter ook grote verschillen,
daar waar Pozdnysjev veel spijt heeft van zijn daad en vergiffenis zoekt bij de
mensen die luisteren, probeert Termeer juist begrip te kweken voor zijn acties
en toont hij geen enkel berouw. Ook luidt de conclusie van Termeer dat de moord
van te voren bepaald en onvermijdelijk was, een gedachte die je in Tolstojs
verhaal niet terugvindt.
1894
valt middenin het Fin de siècle en als je bedenkt dat Een nagelaten bekentenis
bij een van de belangrijkste stromingen uit die tijd, het naturalisme, behoort
is die conclusie van Termeer eigenlijk heel logisch. Het idee van deze
stroming, het determinisme, is (in het extreme) namelijk dat de mens geen vrije wil heeft en dat elke actie van te
voren is bepaald door drie factoren: erfelijkheid, milieu en tijd. Marcellus Emants
laat de sombere en pessimistische Termeer in zijn bekentenis een grondige
zelfanalyse uitvoeren waarin de invloed van deze drie factoren duidelijk naar
voren komt. Tegenwoordig wordt er nog maar weinig naturalistische proza gelezen
met vaak ‘verouderd’ als reden maar Een nagelaten bekentenis wordt nog steeds
uitgegeven; hoe komt het dat dit verhaal nog steeds zo populair is, en is dat
terecht?
“Mijn vrouw is dood en al begraven” is misschien wel de
bekendste openingszin uit de Nederlandse literatuur en Emants kondigt hiermee
eigenlijk meteen al de omgekeerd-chronologische structuur van Een nagelaten
bekentenis aan. Voor de rest is de opbouw zo simpel als wat, geen ingewikkelde
constructies met flashbacks of flashforwards en de hele tijd verteld vanuit het
ik-perspectief. Niets bijzonders zou je zeggen maar deze eenvoud draagt wel bij
aan de leesbaarheid van het boek. Ook is het interessant gedaan dat wij als
lezers eerst weten dat meneer zijn vrouw heeft vermoord en dat er daarna pas
sympathie wordt gekweekt voor die daad (in plaats van andersom).
Dan het taalgebruik;
Emants publiceerde wel tijdens maar sloot zich bewust niet aan bij De beweging
van Tachtig. Hij deelde wel opvattingen met hen maar vond hun taalgebruik te
weelderig: “Ik heb altijd willen hebben, dat, als ik een boek las, ik zoo min
mogelijk van de woorden merkte.” Aldus Emants. Dat dit niet zomaar een loze
uitspraak is blijkt wel uit het feit dat Een nagelaten bekentenis vandaag de
dag nog steeds vlot te lezen is en het taalgebruik soms zelfs modern aanvoelt. “Toen sloeg ik met een ruk het gordijn open
en keek. Daar lag ze, bleek, roerloos, met paarsachtige oogleden, half geopende
vale lippen…net…een lijk.” (pa. 259) Wel is het natuurlijk op bepaalde
punten nog steeds duidelijk te merken dat dit boek niet uit deze eeuw komt. “Het gordijn zakte en ’t was me, als keerde
ik eensklaps in de hel verlichte, leeg rumoerende menigte terug uit…” (pa. 179).
Ook hoe
de hoofdpersoon wordt neergezet verdient lof. Emants heeft veel oog voor detail
en dat is positief voor de geloofwaardigheid. Zelfs 100 jaar na dato kun je je
nog precies voorstellen hoe Termeer zich hier voelt: “Duidelijk herinner ik me het gevoel van iets kleins, iets zwaks, iets
nietigs te zijn, verlaten en verloren in een vijandige bende: het konijntje uit
een van mijn prentenboeken, dat leven in een hok vol wilde beesten wordt
gegooid. (…) Nog altijd moet ik het hok, met wilde dieren bevolkt, binnen gaan,
zoodra ik me onder menschen wil bewege” (pa.
3-4). Niet alleen is Termeers gevoel hier goed voor te stellen, menigeen
zullen dit zelf in meer of mindere mate ook herkennen en dat is fraai gedaan
van Emants.
Als laatste is daar dan nog het gevoel dat
je aan dit boek over houdt nadat je het hebt gelezen. Je bent dan
geconfronteerd met dingen waarmee je eigenlijk niet mee geconfronteerd wilt
worden. Ondanks alle signalen in je hoofd die zeggen dat je zijn daad moet
afkeuren, dat het nergens op slaat, dat je geen begrip moet hebben, weet je
diep van binnen dat bepaalde elementen uit het leven van Termeer ook waar zijn
of waar zijn geweest in het jouwe. Dat is eerst pijnlijk maar als je erover
nadenkt is het juist ontzettend knap van Emants dat hij dit kan bereiken met zo’n
boek.
Kortom, de eenvoudige structuur in combinatie met het vlotte,
af en toe moderne taalgebruik, de realistische hoofdpersoon en het ‘vervelende’
gevoel waar dit boek je mee opzadelt maakt Een nagelaten bekentenis ook in 2016
in een geweldig boek om te lezen en dan hoef je niet eens af te weten van de naturalistische elementen.
-Senne van der Vliet
vrijdag 20 november 2015
Het Diner - bespreking en recensie
Titel: Het Diner
Auteur: Herman Koch
Jaar van uitgave: 2009
Uitgever: Anthos, Amsterdam
Aantal pagina’s: 300
Door mij goedgekeurde samenvatting:
Recensies:
Door Arie Storm op 15-01-2009
Door Janet Maslin op 6-02-2009
Deze recensie is in het Engels maar ik heb hem toch gekozen omdat hij
opvallend negatief is ten opzichte van de toch overwegend positieve recensies
door vrijwel alle andere bekende bladen.
Het Diner
In zijn recensie legt Arie Storm vooral de nadruk op 1 woord,
herkenbaarheid. Belangrijkste argument hiervoor is vervolgens de omgeving en de
houding van de obers, deze zijn ‘herkenbaar’. Een ander belangrijk punt van
Storm is het plot, dit zit volgens hem erg nadrukkelijk in het verhaal: elke
gebeurtenis, zoals het kijken op het mobieltje, heeft een functie voor het plot
en als er eerst niet duidelijk is wat er precies aan de hand is, dan wordt dat
een aantal hoofdstukken daarna alsnog duidelijk gemaakt (er wordt dan
bijvoorbeeld verteld wat er op dat mobieltje te zien was). Dit zijn volgens de
recensent op zich dan ook geen redenen om het werk literair te noemen, maar dat
is het in zijn ogen wel , vooral door de
schrijfstijl. Deze is ironisch en “vervreemdend” en dat maakt het in de ogen
van Storm toch nog goed geslaagd boek. De recensie in de New York Times is van
totaal andere aard. De recensente heeft geen goed woord voor het werk over en
vindt vooral dat het boek te makkelijk van opzet is. Daarnaast ergert ze zich
eraan dat het zo lang duurt voordat we nu echt weten waar het etentje om draait
en vindt ze de karakters “onverteerbaar” omdat ze erg veel klagen over
bijvoorbeeld het eten en het restaurant. Hier ben ik het echter niet mee eens,
ik vond het zeuren eigenlijk wel grappig maar het kan natuurlijk zijn dat dit
in de vertaling verloren is gegaan. Verder kan ik me ook niet helemaal vinden
in de “herkenbaarheid” van Storm, ik eet vrijwel nooit in Nederlandse
restaurants dus misschien ligt het daaraan maar hij had van mij wel wat meer
argumenten mogen geven voor z’n herkenbaarheid. Het plot waar eigenlijk beide
recensenten het over hebben snap ik op zich ook wel, alles wat er gebeurt wordt
redelijk duidelijk na een tijdje en de opzet is natuurlijk niet bijzonder
spannend maar ik vind dit niet per se vervelend. Eigenlijk vind ik het wel knap
dat Koch met dit niet veranderende decor toch zoveel spanning weet te creëren.
Als laatste ben ik het ook eens met Storms kijk op de stijl die het boek
interessant maakt, ik vind vooral de humor op sommige momenten erg leuk
Onderwerp: Het Diner
Schrijfdoel: overtuigen
Publiek: Lezers NRC
Hoofdgedachte: Het Diner is een erg aardig boek
Tekststructuur: Recensie (Bewering – Argument)
Schrijfdoel: overtuigen
Publiek: Lezers NRC
Hoofdgedachte: Het Diner is een erg aardig boek
Tekststructuur: Recensie (Bewering – Argument)
1
|
2
|
3
|
4
|
Tekstdeel
|
Al. nr.
|
(Deel)onderwerp
|
Uitwerking in steekwoorden
|
Inleiding
|
1
|
Anekdote
|
Eten in restaurant met familie, herkenbaar, Het Diner, opzetje naar
Herman Koch. (anders anekdote over je kind beschermen)
|
2
|
Informatie
|
Achtergrondinfo Herman Koch & korte samenvatting Het Diner
|
|
Middenstuk
|
3
|
Structureel argument
|
We zien alles vanuit de subjectieve blik van Paul Lohman. Duidelijke
structuur: zelfde decor, het draait om 1 gebeurtenis & alles vindt plaats
op 1 avond, wel veel flashbacks daardoor niet echt chronologisch. knap gedaan
ondanks deze constanten toch spannend. Knipoog naar de deeltitels van het
boek.
|
4
|
Stilistisch argument
|
Ironische schrijfstijl, vooral als het over het restaurant gaan.
humor maakt het leuk, (pa. 79 “Het was…)
|
|
5
|
Realistisch argument
|
Herkenbaar als je zelf wel is in een uiterst duur restaurant eet.
Personages goed neergezet, wel oppassen de subjectieve toon van Paul waardoor
je deze personages leert kennen
|
|
6
|
Moreel/emotioneel argument
|
Het is fout wat de jongens hebben gedaan, ook verwerpelijk wat de
ouders doen, schokkend, toch probeer je het te begrijpen. Je gaat nadenken
wat je zelf zou doen en komt met een wrang gevoel uit het boek
|
|
Slot
|
7
|
Conclusie
|
Volwaardige Roman d.m.v. stijl, structuur, realisme en wat het in je
teweeg brengt.
|
De volledige recensie staat op mijn toetsaccount van de schoolcomputer, deze heb ik ingeleverd in TW1.
vrijdag 5 juni 2015
Ik kom terug
Libris literatuurprijs 2015
Georgina Smeekes
Larissa de Ruijter
Jeroen Franssen
Senne van der Vliet
In Ik kom terug besluit een 98-jarige moeder na een lang leven van
zwijgen en buitensluiten haar levensverhaal te vertellen aan haar zoon, een
schrijver. Er is echter één voorwaarde: hij moet haar een zachte dood bezorgen.
Een fatsoenlijk literair werk dat
voor de Libris prijs genomineerd wordt, dient een consistente doch originele en
verassende stijl te hebben. Bij Ik kom
terug is dit zeker het geval. De stijl van Van Dis in deze roman is
prachtig. Hij schrijft altijd al poëtisch, zijn beeldspraken zijn fantasierijk.
De verhouding tot zijn moeder komt in deze roman soms heel vertederend over,
dan weer hard en cynisch, alsof hij zijn ware gevoelens wil verbergen achter
een masker van zwarte humor.
Als je Ik kom terug als roman, zoals het wordt verkocht, beoordeeld, valt
er aardig wat op aan te merken. Het perspectief is eenzijdig. Ook is het boek erg
sentimenteel en de meerdere anekdotes lijken een cliché.
Als je het boek echter als (auto)biografie
beschouwt, vallen deze bezwaren weg en worden het juist de krachten van het
boek. Lees je vanuit dit opzicht, zullen de sentimentele delen en de clichés je
ontroeren. Het wordt zo duidelijk dat Van Dis in Ik kom terug, op zijn eigen manier, probeert zijn moeder beter te
leren kennen en te begrijpen.
Een ander element die Ik kom terug verder zo interessant maakt
voor de lezer en maakt dat het de welverdiende winnaar van de Libris
literatuurprijs zou moeten zijn, is het feit dat alle personages aanvoelen als
echte mensen. Van Dis heeft alle personages een complex karakter gegeven,
waardoor ze net zo onvoorspelbaar, verassend en imperfect zijn als mensen in de
echte wereld. Dit zorgt ervoor dat je je goed kunt identificeren met de
personages. Een voorbeeld van zo’n personage is de moeder, al nadert de dood, alsnog
vertelt ze haar zoon niet de gehele waarheid.
Uit het bovenstaande is op te maken
dat wij vinden dat Ik kom terug de
winnaar van de Libris literatuurprijs moet zijn. De nominatie van V5C ging echter
uit naar het boek Godin van Gustave
Peek. Gelukkig, is de jury het met ons oordeel eens en is de officiële winnaar Ik kom terug van Adriaan van Dis
geworden. Een link naar het persbericht, waarin het juryrapport te lezen is, is
te vinden via de link: http://www.librisliteratuurprijs.nl/2015/juryrapport-winnaar
Ook is de uitreiking van de Libris
literatuurprijs te zien via de link:
Wij vinden, net zoals in het
juryrapport is vermeld, dat Ik kom terug
je vasthoudt als lezer door de ‘menselijke complexiteit die Van Dis zijn
personages heeft meegegeven’ en dat ‘Ik
kom terug boeit vanaf de eerste bladzijden en laat je als lezer nadien niet
meer los’. Wij konden het ook vinden in de uitspraak: ‘Ik kom terug is een roman die emotioneel is zonder pathetisch te
worden, intellectueel, maar niet belerend’. Ik
kom terug is de terechte winnaar van de Libris literatuurprijs 2015.
Een aantal goede recensies zijn via
onderstaande links te vinden:
dinsdag 2 juni 2015
De Elementen
De Elementen
De elementen is een psychologische roman geschreven door
Harry Mulisch (http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/20ste/auteurs/lg20033.html) in 1988 en gaat over een man die op vakantie in aanraking met de 4 elementen komt: aarde, water, lucht en vuur (http://nl.wikipedia.org/wiki/De_elementen)
. Waarschijnlijk mede doordat Mulisch’ oeuvre bijzonder groot is en er veel
bekendere werken van hem zijn (zoals o.a. De aanslag, Twee vrouwen en De
ontdekking van de hemel) is er, mijns inziens ten onrechte, geen kwalitatief
hoogwaardige recensie van De elementen te vinden.(Dit artikel (http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/schrijver/mulisch-harry)
van de NRC komt dan nog het dichtst in de buurt).
Overkoepelende thema’s in De elementen zijn naar mijn
inzicht eenzaamheid en het bestaan. De hoofdpersoon is op vakantie met een
familie waar niemand een connectie met elkaar heeft en denkt veel na over het
leven tot hij op de laatste paar bladzijden het antwoord vind in de 4 elementen
die met elkaar samen vallen.
Voor dit blog heb ik enkele gedichten uitgezocht die ik goed
vind passen bij het verhaal en zijn thema(‘s).
Als water ben ik uitgestort
Dom water. Beukt en
striemt de
pijlers van de brug die zwijgend
schrap staat tegen overgave. Eeuw
na eeuw is wat hij weet het binden
van twee oevers. Waakzaam, moe.
Weer ga ik door de oude stad, altijd
naar de rivier. Midscheeps posteer ik mij
in machteloze aandacht, blote hand
op steen. Ik brul met doorgesneden keel,
zonder geluid, van woede en verlies:
Al wat wij weten, hoe wij zijn, verdwijnt
als wind over het land. Herinnering
die even spartelt in het water en
verloren gaat. Grijsbruine golven die
hun naam niet zijn. De kamparts Tijd.
Rivier, stroom achterwaarts. Steen,
wordt weer vuur. Lucht om mij heen,
wordt lichaam dat mij draagt en
troost. Geheugen, val uiteen.
Anna Enquist,
pijlers van de brug die zwijgend
schrap staat tegen overgave. Eeuw
na eeuw is wat hij weet het binden
van twee oevers. Waakzaam, moe.
Weer ga ik door de oude stad, altijd
naar de rivier. Midscheeps posteer ik mij
in machteloze aandacht, blote hand
op steen. Ik brul met doorgesneden keel,
zonder geluid, van woede en verlies:
Al wat wij weten, hoe wij zijn, verdwijnt
als wind over het land. Herinnering
die even spartelt in het water en
verloren gaat. Grijsbruine golven die
hun naam niet zijn. De kamparts Tijd.
Rivier, stroom achterwaarts. Steen,
wordt weer vuur. Lucht om mij heen,
wordt lichaam dat mij draagt en
troost. Geheugen, val uiteen.
Anna Enquist,
Soldatenliederen,
Arbeiderspers 1991
Dit gedicht van Anna Enquist misschien niet helemaal bij het
thema eenzaamheid maar wel bij het bestaan en bij het boek als geheel. In mijn
ogen gaat dit gedicht namelijk over de tijd en het leven dat te snel gaat.
Verder komen alle vier de elementen aan bod en de titel kan letterlijk worden
verbonden aan de passage in het boek waar de hoofdpersoon met water en al uit
het blusvliegtuig wordt gestort.
Eenzaamheid
De lucht is zo lila en lauw
om de rose bloemen bij de molen.
Het water ernaast stapt grauw
geruist in de schoepen met vloeiende zolen.
Het is er om in 't grijs gereed te staan
en maar in en uit de kamers te gaan.
om de rose bloemen bij de molen.
Het water ernaast stapt grauw
geruist in de schoepen met vloeiende zolen.
Het is er om in 't grijs gereed te staan
en maar in en uit de kamers te gaan.
Pierre Kemp
uit: Pierre Kemp,
Een bloemlezing uit zijn kleine liederen,
G.A. van Oorschot, Amsterdam, 2de druk 1984
uit: Pierre Kemp,
Een bloemlezing uit zijn kleine liederen,
G.A. van Oorschot, Amsterdam, 2de druk 1984
De ontdekking
Een man ontdekte de zin van het bestaan,
holde naar buiten,
klampte iedereen aan, zei: "luister!
Het is heel anders dan u denkt!"
en over zijn woorden struikelend
legde hij het uit
aan iedereen
en iedereen was stomverbaasd-
is dat dus de zin van het bestaan...
ach, hoe is het mogelijk...
schudde zijn hoofd,
sloeg vlammen van zich af,
sprong in sloten, rivieren, riep om hulp
of liep peinzend weg.
Toon Tellegen,
Uit: Een dansschool
Querido Amsterdam 1992
holde naar buiten,
klampte iedereen aan, zei: "luister!
Het is heel anders dan u denkt!"
en over zijn woorden struikelend
legde hij het uit
aan iedereen
en iedereen was stomverbaasd-
is dat dus de zin van het bestaan...
ach, hoe is het mogelijk...
schudde zijn hoofd,
sloeg vlammen van zich af,
sprong in sloten, rivieren, riep om hulp
of liep peinzend weg.
Toon Tellegen,
Uit: Een dansschool
Querido Amsterdam 1992
Ook dit gedicht van Toon Tellegen past naar mening bij het
boek omdat, net als in het boek, ontdekt heeft hoe het leven in elkaar zit. Ook
vertellen beide Harry Mulisch en Toon Tellegen niet (duidelijk) wat deze
waarheid dan precies inhoudt Daarnaast
komen de 2 elementen water en vuur in het gedicht voor.
Ieder staat aan de kant van iets groots:
de rand van het leven en des doods.
Wij staren onze toekomst in
en zien geen eind en geen begin,
een uitzicht dat geen inzicht geeft,
een leven waar niets buiten leeft
binnen de korte warme poos
van onbewust naar bewusteloos.
Hoe vinden wij, het lijf ten spijt,
tijd voor een geloof in eeuwigheid?
Niets is immers voor altoos?
En bloemen, vlinders, aarde dan,
waarom genieten wij daarvan?
Wij raken immers alles kwijt?
Maar het vervallen van de roos,
het rode zwellen van de vrucht
dat niemand nog begrijpen kan
onder de dodeloze tijd
die elk jaar weer de dood herhaalt
en dan de zon die stijgt en daalt,
en altijd weer dat overdoen en
wederkeren der seizoenen...
wordt hier een les gerepeteerd?
Doen wij dus alles nog verkeerd?
En aldoor weer gedichten schrijven
om na mijn dood nog wat te blijven,
zoals onvruchtbaaar rozenzaad
gelooft dat het eeuwig voortbestaat?
Dat kan geen wiijsheid wezen, want
zoiets doet elke bloeise plant.
Leo Vroman
Uit De gebeurtenis en andere gedichten
(Querido, 2001)
Als laatste vind ik dit gedicht van Leo Vroman goed bij de
elementen passen. Het gedicht stelt namelijk ook vragen over het leven en
vooral de eeuwigheid, of dat eigenlijk wel iets is. De hoofdpersoon heeft hier
vooral aan het eind van het boek ook mee te maken. Zo is de laatste regel van
het deel Vuur: “Het vuur, de lucht, het water, de aarde, alles valt nu samen in
dit moment, dat niet meer tot de tijd behoort maar tot de eeuwigheid…”
abba-abba voor het octaaf en cdc-dcd voor het daaropvolgende
sextet.
Het geheel
En met de wind dringt door
dat ik het weet
Bouwstenen onzer Moeder aarde
Alles op z’n plaats, alles een waarde
Samen één gedachte die door mijn hoofd heen sneed
Met woorden als messen, als vlammen zo heet
Dit denkbeeld verbonden door tunnels waar de
Rivieren de gangen vullen en klaarden
Het is het leven dat door je handen gleed
Maar is dit dan het echte hoogtepunt
De eeuwigheid begrijpen maar er niet meer wezen
Het geheel bevatten maar geen lichaam gegund
Onvoorstelbaar dat men dit niet kan vrezen
De keuze was daar, opnieuw of zo door gekund
Ik kies voor onwetend, sta op, ben herrezen
dinsdag 26 mei 2015
Max Havelaar
Max Havelaar
Senne van der Vliet
V5C
Max Havelaar, het alom bekende werk van Eduard Douwes Dekker
(ook bekend onder zijn pseudoniem Multatuli) (http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/19de/auteurs/lg19034.html)
over de ervaringen van een ambtenaar in Nederlands-Indië (http://nl.scribd.com/doc/47189106/Max-Havelaar-samenvatting-per-hoofdstuk#scribd),
is inmiddels al meer dan 150 jaar een gerenommeerd literair werk. Al sinds de
eerste publicaties in 1860 tot aan het nieuwe millennium zijn de recensies
overwegend positief (http://recensieweb.nl/recensie/een-subliem-protest/),
en met reden: zelfs anderhalve eeuw na dato en ondanks de veranderde tijden
blijft de structuur maar zeker ook de boodschap relevant.
Deze boodschap, dat het Koninkrijk der Nederlanden zich
moest schamen voor zijn koloniaal beleid en dat dit beleid moest worden
aangepast, was ten tijde van de publicatie bijzonder actueel maar
tegelijkertijd ook erg nieuw. Douwes Dekker was de eerste die de misstanden in
Indië aan de kaak stelde en de wijze waarop is op z’n zachtst gezegd
opmerkelijk. Gedurende het hele boek komen de wantoestanden en corruptie in
Nederlands-Indië al dan niet middels kleinere verhaaltjes naar voren en in de laatste
passages van het boek richt hij, als Multatuli, zich rechtstreeks tot Koning Willem
III om hem te waarschuwen voor wat er gebeurt als hij deze situatie zo door
laat gaan. In Indonesië is de situatie inmiddels verbeterd maar er zijn nog
steeds erg veel landen, bijvoorbeeld in Midden-Afrika, waar veel mensen het
niet veel beter hebben dan de Indiërs uit de tijd van Max Havelaar. Vandaar dat
we ook nu nog veel kunnen opsteken van dit boek, in ons Nederland zijn dit
soort toestanden niet voor te stellen maar elders op de wereld gebeurt het nog
wel.
De bedoeling van de schrijver was dus erg helder maar met
alleen een boodschap kom je er niet. Douwes Dekker beschrijft de omgeving van
Indonesië in zo’n groot detail dat je als lezer het gevoel hebt dat je er
middenin zit. Dat Multatuli dit zo nauwkeurig kan is niet zo gek als je bedenkt
dat hij zelf, net als de hoofdpersoon Max Havelaar, een ambtenaar in Indië is
geweest en de situaties in het boek hoogstwaarschijnlijk zelf ook in meer of
mindere mate heeft meegemaakt. De precieze details en het feit dat meneer
Douwes Dekker zelf in Indië heeft geleefd maakt Max Havelaar tot een
geloofwaardig stuk literatuur, alhoewel hier wel een kanttekening bij geplaatst
moet worden. Max Havelaar stelt in het boek Douwes Dekker voor maar meneer Havelaar
is wel erg overdreven perfect. Hij staat voor alles wat een goed en eerlijk
persoon zou moeten zijn en men kan er dan ook vanuit gaan dat dit niet geheel
waarheidsgetrouw is, maar dat Douwes Dekker zijn eigen personage een beetje
aandikt om zo sympathie te wekken voor zichzelf en zijn boodschap.
Ook de opbouw is een erg sterk punt van Max Havelaar en toch
wel 1 van de belangrijkste dingen die ervoor zorgen dat we vandaag de dag nog
steeds Multatuli’s werk lezen. Zo zit het Max Havelaar vol raamvertellingen,
verhalen in het echte verhaal, waarvan sommige op zichzelf al een boek waard
zijn. Onder andere het treurige levensverhaal van Saïdjah en Adinda springt
eruit maar ook de rest is zeker het lezen waard. Niet alleen dit soort
kadervertellingen maar vooral ook de manier waarop Douwes Dekker ervoor zorgt
dat je je constant afvraagt wie nu het laatste woord heeft over het boek, Stern,
Droogstoppel of toch Multatuli zelf, is subliem en zeker voor die tijd ongekend.
Deze structuur in combinatie met de heldere, onderbouwde
boodschap die op meerdere manieren nog steeds erg relevant is maakt Max Havelaar
ook in onze tijd een must read is voor eigenlijk iedereen die ook maar een beetje
geïnteresseerd is in literatuur.
Abonneren op:
Posts (Atom)