zondag 13 maart 2016

Mandarijnen op zwavelzuur - W.F. Hermans

Recensies
https://www.groene.nl/artikel/geraas-getier-en-gebral
http://www.nrc.nl/handelsblad/1999/09/03/wf-hermans-mandarijnen-op-zwavelzuur-1964-7460756

Informatie
http://www.lezenvoordelijst.nl/zoek-een-boek/nederlands-15-tm-19-jaar/m/mandarijnen-op-zwavelzuur/
http://www.dbnl.org/tekst/smul003kuns01_01/smul003kuns01_01_0001.php


Auteur
https://nl.wikipedia.org/wiki/Willem_Frederik_Hermans

Van den Vos Reynaerde - bespreking

Van den vos Reynaerde – Willem die Madocke maecte (ca. 1260)
Van den vos Reynaerde, waarschijnlijk het bekendste boek uit de vroege Nederlandse literatuur is geschreven in de dertiende eeuw door Willem die Madocke maecte en gaat over Reinaert de vos die zowat elke inwoner uit het dierenrijk van koning Nobel wel heeft bedrogen, opgelicht of bespeeld. Veel van hen doen hun beklag over de streken van Reinaert op een hofdag van de koning. Reinaert is wel uitgenodigd maar niet aanwezig op het hof en na het horen van de verhalen van onder andere Cantecleer (een hondje) en de wolf Izengrijn besluit de koning dat Reinaert gestraft moet worden. Bruun de beer wordt op Reinaert afgestuurd om hem naar het hof te halen maar als Bruun bij Reinaert is maakt de vos gebruik van Bruuns gulzigheid en bedenkt meteen een list om van hem af te komen. Deze list leidt ertoe dat Bruun vast komt te zitten in een boom en wordt toegetakeld door mensen uit de buurt. Bruun komt gehavend, zonder Reinaert, terug op het hof en de koning stuurt vervolgens Tybeert de kater op Reinaert af. Ook hij slaagt er niet in Reinaert mee terug te brengen want de vos zorgt ervoor dat hij wordt opgesloten in het kippenhok van een pastoor. Als 3e wordt Grimbeert de das eropaf gestuurd en hij weet Reinaert wel over te halen mee te komen naar het hof. Op het hof wordt Reinaert ter dood veroordeeld maar terwijl de galg wordt gehaald overtuigt Reinaert de koning en de koningin ervan dat juist Bruun, Tybeert en Grimbeert gestraft moeten worden omdat zij een schat zouden hebben vergaard en een aanslag op de koning beramen. Reinaert maakt de koning en zijn vrouw wijs dat hij de schat heeft gestolen en de verstopplek zal delen als hij wordt vrijgesproken. De koningin haalt, met het oog op de schat, de koning over en Reinaert wordt vrijgesproken en zegt dat hij op pelgrimstocht naar Rome wilt. Reinaert wordt eerst nog thuisgebracht door Cuwaert de haas en Belijn de ram en voordat hij echt weggaat met zijn gezin bijt hij eerst het hoofd van Cuwaert af en laat deze door Belijn bezorgen bij de koning. Koning Nobel is woedend en heeft door dat ook hij opgelicht is maar als met zijn edelen bij de burcht van Reinaert is om hem om te leggen, is de vos met zijn gezin allang vertrokken.


Op het eerste gezicht lijkt dit een vermakelijk dierenverhaaltje maar eigenlijk is dit een satirisch werk welke de dertiende-eeuwse maatschappij op de hak neemt. De koning wil de schat waar Reinaert over praat zo graag hebben dat hij de vos vrijspreekt en zijn vazallen aan de kant zet. Bruun is zelf zo gulzig naar honing dat hij zijn oorspronkelijke taak vergeet (en in de val wordt gelokt) maar de dorpelingen (de laagste stand) behandelen Bruun wel heel wreed. Ook de geestelijkheid wordt te kakken gezet, de pastoor die Tybeert in zijn kippenhok aantreft heeft een vrouw en kinderen wat natuurlijk uit den boze is. Niet alleen de dertiende-eeuwse maatschappij moet het ontgelden, ook met de ridderliteratuur uit die tijd wordt de spot gedreven. Van den vos Reynaerde is namelijk geschreven in de vorm van een heldendicht, maar in plaats van het hoofdpersonage te loven en te verwijzen naar vroegere heldendaden, bekritiseerd de auteur de vos en heeft hij geen sympathie voor zijn daden. Tot de ridderliteratuur mag je dit verhaal dan ook niet rekenen, liever kan men dit beschrijven als een parodie op de middeleeuwse roman.

zaterdag 2 januari 2016

Recensie Een nagelaten bekentenis

Schrijver: Emants, Marcellus
Titel: Een nagelaten bekentenis
Jaar van uitgave: 1894

Dit boek is oud en toch zeer leesbaar
Het is het jaar 1891 als de Rus Leo Tolstoj zijn befaamde Kreuzersonate             publiceert, een raamvertelling van een man die zijn vrouw heeft vermoord door jaloezie en op verdenking van overspeligheid. Nog geen drie jaar later, in 1894, publiceert de Nederlandse Marcellus Emants zijn bekendste werk: ‘Een nagelaten bekentenis’. Ook in dit verhaal vertelt een man over hoe hij zover kwam zijn vrouw te vermoorden en ook in dit verhaal is er sprake van jaloezie. Daarnaast genieten beide boeken respectievelijk internationaal en nationaal grote faam en worden ze tot op de dag van vandaag nog uitgegeven. Er zijn echter ook grote verschillen, daar waar Pozdnysjev veel spijt heeft van zijn daad en vergiffenis zoekt bij de mensen die luisteren, probeert Termeer juist begrip te kweken voor zijn acties en toont hij geen enkel berouw. Ook luidt de conclusie van Termeer dat de moord van te voren bepaald en onvermijdelijk was, een gedachte die je in Tolstojs verhaal niet terugvindt.
                1894 valt middenin het Fin de siècle en als je bedenkt dat Een nagelaten bekentenis bij een van de belangrijkste stromingen uit die tijd, het naturalisme, behoort is die conclusie van Termeer eigenlijk heel logisch. Het idee van deze stroming, het determinisme, is (in het extreme) namelijk dat de mens  geen vrije wil heeft en dat elke actie van te voren is bepaald door drie factoren: erfelijkheid, milieu en tijd. Marcellus Emants laat de sombere en pessimistische Termeer in zijn bekentenis een grondige zelfanalyse uitvoeren waarin de invloed van deze drie factoren duidelijk naar voren komt. Tegenwoordig wordt er nog maar weinig naturalistische proza gelezen met vaak ‘verouderd’ als reden maar Een nagelaten bekentenis wordt nog steeds uitgegeven; hoe komt het dat dit verhaal nog steeds zo populair is, en is dat terecht?
               
“Mijn vrouw is dood en al begraven” is misschien wel de bekendste openingszin uit de Nederlandse literatuur en Emants kondigt hiermee eigenlijk meteen al de omgekeerd-chronologische structuur van Een nagelaten bekentenis aan. Voor de rest is de opbouw zo simpel als wat, geen ingewikkelde constructies met flashbacks of flashforwards en de hele tijd verteld vanuit het ik-perspectief. Niets bijzonders zou je zeggen maar deze eenvoud draagt wel bij aan de leesbaarheid van het boek. Ook is het interessant gedaan dat wij als lezers eerst weten dat meneer zijn vrouw heeft vermoord en dat er daarna pas sympathie wordt gekweekt voor die daad (in plaats van andersom).
                Dan het taalgebruik; Emants publiceerde wel tijdens maar sloot zich bewust niet aan bij De beweging van Tachtig. Hij deelde wel opvattingen met hen maar vond hun taalgebruik te weelderig: “Ik heb altijd willen hebben, dat, als ik een boek las, ik zoo min mogelijk van de woorden merkte.” Aldus Emants. Dat dit niet zomaar een loze uitspraak is blijkt wel uit het feit dat Een nagelaten bekentenis vandaag de dag nog steeds vlot te lezen is en het taalgebruik soms zelfs modern aanvoelt. “Toen sloeg ik met een ruk het gordijn open en keek. Daar lag ze, bleek, roerloos, met paarsachtige oogleden, half geopende vale lippen…net…een lijk.” (pa. 259) Wel is het natuurlijk op bepaalde punten nog steeds duidelijk te merken dat dit boek niet uit deze eeuw komt. “Het gordijn zakte en ’t was me, als keerde ik eensklaps in de hel verlichte, leeg rumoerende menigte terug uit…” (pa. 179).
                Ook hoe de hoofdpersoon wordt neergezet verdient lof. Emants heeft veel oog voor detail en dat is positief voor de geloofwaardigheid. Zelfs 100 jaar na dato kun je je nog precies voorstellen hoe Termeer zich hier voelt: “Duidelijk herinner ik me het gevoel van iets kleins, iets zwaks, iets nietigs te zijn, verlaten en verloren in een vijandige bende: het konijntje uit een van mijn prentenboeken, dat leven in een hok vol wilde beesten wordt gegooid. (…) Nog altijd moet ik het hok, met wilde dieren bevolkt, binnen gaan, zoodra ik me onder menschen wil bewege” (pa. 3-4). Niet alleen is Termeers gevoel hier goed voor te stellen, menigeen zullen dit zelf in meer of mindere mate ook herkennen en dat is fraai gedaan van Emants.
             Als laatste is daar dan nog het gevoel dat je aan dit boek over houdt nadat je het hebt gelezen. Je bent dan geconfronteerd met dingen waarmee je eigenlijk niet mee geconfronteerd wilt worden. Ondanks alle signalen in je hoofd die zeggen dat je zijn daad moet afkeuren, dat het nergens op slaat, dat je geen begrip moet hebben, weet je diep van binnen dat bepaalde elementen uit het leven van Termeer ook waar zijn of waar zijn geweest in het jouwe. Dat is eerst pijnlijk maar als je erover nadenkt is het juist ontzettend knap van Emants dat hij dit kan bereiken met zo’n boek.  

Kortom, de eenvoudige structuur in combinatie met het vlotte, af en toe moderne taalgebruik, de realistische hoofdpersoon en het ‘vervelende’ gevoel waar dit boek je mee opzadelt maakt Een nagelaten bekentenis ook in 2016 in een geweldig boek om te lezen en dan hoef je niet eens af te weten van de naturalistische elementen.

-Senne van der Vliet










vrijdag 20 november 2015

Het Diner - bespreking en recensie

Titel: Het Diner
Auteur: Herman Koch
Jaar van uitgave: 2009
Uitgever: Anthos, Amsterdam
Aantal pagina’s: 300

Door mij goedgekeurde samenvatting:

Recensies:
Door Arie Storm op 15-01-2009

Door Janet Maslin op 6-02-2009
Deze recensie is in het Engels maar ik heb hem toch gekozen omdat hij opvallend negatief is ten opzichte van de toch overwegend positieve recensies door vrijwel alle andere bekende bladen.

Het Diner

In zijn recensie legt Arie Storm vooral de nadruk op 1 woord, herkenbaarheid. Belangrijkste argument hiervoor is vervolgens de omgeving en de houding van de obers, deze zijn ‘herkenbaar’. Een ander belangrijk punt van Storm is het plot, dit zit volgens hem erg nadrukkelijk in het verhaal: elke gebeurtenis, zoals het kijken op het mobieltje, heeft een functie voor het plot en als er eerst niet duidelijk is wat er precies aan de hand is, dan wordt dat een aantal hoofdstukken daarna alsnog duidelijk gemaakt (er wordt dan bijvoorbeeld verteld wat er op dat mobieltje te zien was). Dit zijn volgens de recensent op zich dan ook geen redenen om het werk literair te noemen, maar dat is het in zijn ogen wel , vooral door de schrijfstijl. Deze is ironisch en “vervreemdend” en dat maakt het in de ogen van Storm toch nog goed geslaagd boek. De recensie in de New York Times is van totaal andere aard. De recensente heeft geen goed woord voor het werk over en vindt vooral dat het boek te makkelijk van opzet is. Daarnaast ergert ze zich eraan dat het zo lang duurt voordat we nu echt weten waar het etentje om draait en vindt ze de karakters “onverteerbaar” omdat ze erg veel klagen over bijvoorbeeld het eten en het restaurant. Hier ben ik het echter niet mee eens, ik vond het zeuren eigenlijk wel grappig maar het kan natuurlijk zijn dat dit in de vertaling verloren is gegaan. Verder kan ik me ook niet helemaal vinden in de “herkenbaarheid” van Storm, ik eet vrijwel nooit in Nederlandse restaurants dus misschien ligt het daaraan maar hij had van mij wel wat meer argumenten mogen geven voor z’n herkenbaarheid. Het plot waar eigenlijk beide recensenten het over hebben snap ik op zich ook wel, alles wat er gebeurt wordt redelijk duidelijk na een tijdje en de opzet is natuurlijk niet bijzonder spannend maar ik vind dit niet per se vervelend. Eigenlijk vind ik het wel knap dat Koch met dit niet veranderende decor toch zoveel spanning weet te creëren. Als laatste ben ik het ook eens met Storms kijk op de stijl die het boek interessant maakt, ik vind vooral de humor op sommige momenten erg leuk



Onderwerp: Het Diner
Schrijfdoel: overtuigen
Publiek: Lezers NRC
Hoofdgedachte: Het Diner is een erg aardig boek
Tekststructuur: Recensie (Bewering – Argument)
1
2
3
4
Tekstdeel
Al. nr.
(Deel)onderwerp
Uitwerking in steekwoorden
Inleiding




1

Anekdote



Eten in restaurant met familie, herkenbaar, Het Diner, opzetje naar Herman Koch. (anders anekdote over je kind beschermen)





2


Informatie


Achtergrondinfo Herman Koch & korte samenvatting Het Diner
Middenstuk



3

Structureel argument



We zien alles vanuit de subjectieve blik van Paul Lohman. Duidelijke structuur: zelfde decor, het draait om 1 gebeurtenis & alles vindt plaats op 1 avond, wel veel flashbacks daardoor niet echt chronologisch. knap gedaan ondanks deze constanten toch spannend. Knipoog naar de deeltitels van het boek.





4

Stilistisch argument



Ironische schrijfstijl, vooral als het over het restaurant gaan. humor maakt het leuk, (pa. 79 “Het was…)




5

Realistisch argument



Herkenbaar als je zelf wel is in een uiterst duur restaurant eet. Personages goed neergezet, wel oppassen de subjectieve toon van Paul waardoor je deze personages leert kennen




6

Moreel/emotioneel argument



Het is fout wat de jongens hebben gedaan, ook verwerpelijk wat de ouders doen, schokkend, toch probeer je het te begrijpen. Je gaat nadenken wat je zelf zou doen en komt met een wrang gevoel uit het boek
Slot
7

Conclusie


Volwaardige Roman d.m.v. stijl, structuur, realisme en wat het in je teweeg brengt.



De volledige recensie staat op mijn toetsaccount van de schoolcomputer, deze heb ik ingeleverd in TW1.

vrijdag 5 juni 2015

Ik kom terug

Libris literatuurprijs 2015
Georgina Smeekes
Larissa de Ruijter
Jeroen Franssen
Senne van der Vliet
In Ik kom terug besluit een 98-jarige moeder na een lang leven van zwijgen en buitensluiten haar levensverhaal te vertellen aan haar zoon, een schrijver. Er is echter één voorwaarde: hij moet haar een zachte dood bezorgen.

Een fatsoenlijk literair werk dat voor de Libris prijs genomineerd wordt, dient een consistente doch originele en verassende stijl te hebben. Bij Ik kom terug is dit zeker het geval. De stijl van Van Dis in deze roman is prachtig. Hij schrijft altijd al poëtisch, zijn beeldspraken zijn fantasierijk. De verhouding tot zijn moeder komt in deze roman soms heel vertederend over, dan weer hard en cynisch, alsof hij zijn ware gevoelens wil verbergen achter een masker van zwarte humor.

Als je Ik kom terug als roman, zoals het wordt verkocht, beoordeeld, valt er aardig wat op aan te merken. Het perspectief is eenzijdig. Ook is het boek erg sentimenteel en de meerdere anekdotes lijken een cliché.

Als je het boek echter als (auto)biografie beschouwt, vallen deze bezwaren weg en worden het juist de krachten van het boek. Lees je vanuit dit opzicht, zullen de sentimentele delen en de clichés je ontroeren. Het wordt zo duidelijk dat Van Dis in Ik kom terug, op zijn eigen manier, probeert zijn moeder beter te leren kennen en te begrijpen.





Een ander element die Ik kom terug verder zo interessant maakt voor de lezer en maakt dat het de welverdiende winnaar van de Libris literatuurprijs zou moeten zijn, is het feit dat alle personages aanvoelen als echte mensen. Van Dis heeft alle personages een complex karakter gegeven, waardoor ze net zo onvoorspelbaar, verassend en imperfect zijn als mensen in de echte wereld. Dit zorgt ervoor dat je je goed kunt identificeren met de personages. Een voorbeeld van zo’n personage is de moeder, al nadert de dood, alsnog vertelt ze haar zoon niet de gehele waarheid.

Uit het bovenstaande is op te maken dat wij vinden dat Ik kom terug de winnaar van de Libris literatuurprijs moet zijn. De nominatie van V5C ging echter uit naar het boek Godin van Gustave Peek. Gelukkig, is de jury het met ons oordeel eens en is de officiële winnaar Ik kom terug van Adriaan van Dis geworden. Een link naar het persbericht, waarin het juryrapport te lezen is, is te vinden via de link: http://www.librisliteratuurprijs.nl/2015/juryrapport-winnaar
Ook is de uitreiking van de Libris literatuurprijs te zien via de link:

Wij vinden, net zoals in het juryrapport is vermeld, dat Ik kom terug je vasthoudt als lezer door de ‘menselijke complexiteit die Van Dis zijn personages heeft meegegeven’ en dat ‘Ik kom terug boeit vanaf de eerste bladzijden en laat je als lezer nadien niet meer los’. Wij konden het ook vinden in de uitspraak: ‘Ik kom terug is een roman die emotioneel is zonder pathetisch te worden, intellectueel, maar niet belerend’. Ik kom terug is de terechte winnaar van de Libris literatuurprijs 2015.

Een aantal goede recensies zijn via onderstaande links te vinden:



dinsdag 2 juni 2015

De Elementen

De Elementen

De elementen is een psychologische roman geschreven door Harry Mulisch (http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/20ste/auteurs/lg20033.html) in 1988 en gaat over een man die op vakantie in aanraking met de 4 elementen komt: aarde, water, lucht en vuur (http://nl.wikipedia.org/wiki/De_elementen) . Waarschijnlijk mede doordat Mulisch’ oeuvre bijzonder groot is en er veel bekendere werken van hem zijn (zoals o.a. De aanslag, Twee vrouwen en De ontdekking van de hemel) is er, mijns inziens ten onrechte, geen kwalitatief hoogwaardige recensie van De elementen te vinden.(Dit artikel (http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/schrijver/mulisch-harry) van de NRC komt dan nog het dichtst in de buurt).

Overkoepelende thema’s in De elementen zijn naar mijn inzicht eenzaamheid en het bestaan. De hoofdpersoon is op vakantie met een familie waar niemand een connectie met elkaar heeft en denkt veel na over het leven tot hij op de laatste paar bladzijden het antwoord vind in de 4 elementen die met elkaar samen vallen.

Voor dit blog heb ik enkele gedichten uitgezocht die ik goed vind passen bij het verhaal en zijn thema(‘s).

Als water ben ik uitgestort
Dom water. Beukt en striemt de
pijlers van de brug die zwijgend
schrap staat tegen overgave. Eeuw
na eeuw is wat hij weet het binden
van twee oevers. Waakzaam, moe.

Weer ga ik door de oude stad, altijd
naar de rivier. Midscheeps posteer ik mij
in machteloze aandacht, blote hand
op steen. Ik brul met doorgesneden keel,
zonder geluid, van woede en verlies:

Al wat wij weten, hoe wij zijn, verdwijnt
als wind over het land. Herinnering
die even spartelt in het water en
verloren gaat. Grijsbruine golven die
hun naam niet zijn. De kamparts Tijd.

Rivier, stroom achterwaarts. Steen,
wordt weer vuur. Lucht om mij heen,
wordt lichaam dat mij draagt en
troost. Geheugen, val uiteen.

Anna Enquist,
Soldatenliederen,
Arbeiderspers 1991

Dit gedicht van Anna Enquist misschien niet helemaal bij het thema eenzaamheid maar wel bij het bestaan en bij het boek als geheel. In mijn ogen gaat dit gedicht namelijk over de tijd en het leven dat te snel gaat. Verder komen alle vier de elementen aan bod en de titel kan letterlijk worden verbonden aan de passage in het boek waar de hoofdpersoon met water en al uit het blusvliegtuig wordt gestort.

Eenzaamheid
De lucht is zo lila en lauw 
om de rose bloemen bij de molen. 
Het water ernaast stapt grauw 
geruist in de schoepen met vloeiende zolen. 
Het is er om in 't grijs gereed te staan 
en maar in en uit de kamers te gaan.
Pierre Kemp
uit: Pierre Kemp,
Een bloemlezing uit zijn kleine liederen,
G.A. van Oorschot, Amsterdam, 2de druk 1984 
De ontdekking 
Een man ontdekte de zin van het bestaan, 
holde naar buiten, 
klampte iedereen aan, zei: "luister! 
Het is heel anders dan u denkt!" 
en over zijn woorden struikelend 
legde hij het uit 
aan iedereen 
en iedereen was stomverbaasd- 
is dat dus de zin van het bestaan... 
ach, hoe is het mogelijk... 
schudde zijn hoofd, 
sloeg vlammen van zich af, 
sprong in sloten, rivieren, riep om hulp 
of liep peinzend weg. 

Toon Tellegen,
Uit: Een dansschool
Querido Amsterdam 1992


Ook dit gedicht van Toon Tellegen past naar mening bij het boek omdat, net als in het boek, ontdekt heeft hoe het leven in elkaar zit. Ook vertellen beide Harry Mulisch en Toon Tellegen niet (duidelijk) wat deze waarheid dan precies inhoudt  Daarnaast komen de 2 elementen water en vuur in het gedicht voor.

 Een uitzicht op de eeuwigheid 

Ieder staat aan de kant van iets groots: 
de rand van het leven en des doods. 
Wij staren onze toekomst in 
en zien geen eind en geen begin, 

een uitzicht dat geen inzicht geeft, 
een leven waar niets buiten leeft 
binnen de korte warme poos 
van onbewust naar bewusteloos. 

Hoe vinden wij, het lijf ten spijt, 
tijd voor een geloof in eeuwigheid? 
Niets is immers voor altoos? 
En bloemen, vlinders, aarde dan, 
waarom genieten wij daarvan? 
Wij raken immers alles kwijt? 

Maar het vervallen van de roos, 
het rode zwellen van de vrucht 
dat niemand nog begrijpen kan 
onder de dodeloze tijd 
die elk jaar weer de dood herhaalt 
en dan de zon die stijgt en daalt, 
en altijd weer dat overdoen en 
wederkeren der seizoenen... 
wordt hier een les gerepeteerd? 
Doen wij dus alles nog verkeerd? 

En aldoor weer gedichten schrijven 
om na mijn dood nog wat te blijven, 
zoals onvruchtbaaar rozenzaad 
gelooft dat het eeuwig voortbestaat? 
Dat kan geen wiijsheid wezen, want 
zoiets doet elke bloeise plant. 

Leo Vroman 
Uit De gebeurtenis en andere gedichten 
(Querido, 2001)

Als laatste vind ik dit gedicht van Leo Vroman goed bij de elementen passen. Het gedicht stelt namelijk ook vragen over het leven en vooral de eeuwigheid, of dat eigenlijk wel iets is. De hoofdpersoon heeft hier vooral aan het eind van het boek ook mee te maken. Zo is de laatste regel van het deel Vuur: “Het vuur, de lucht, het water, de aarde, alles valt nu samen in dit moment, dat niet meer tot de tijd behoort maar tot de eeuwigheid…”


 Ook heb ik zelf getracht een sonnet te schrijven over De elementen. Het rijmschema is als volgt:
abba-abba voor het octaaf en cdc-dcd voor het daaropvolgende sextet.


Het geheel
En met de wind dringt door dat ik het weet
Bouwstenen onzer Moeder aarde
Alles op z’n plaats, alles een waarde
Samen één gedachte die door mijn hoofd heen sneed

Met woorden als messen, als vlammen zo heet
Dit denkbeeld verbonden door tunnels waar de
Rivieren de gangen vullen en klaarden
Het is het leven dat door je handen gleed

Maar is dit dan het echte hoogtepunt
De eeuwigheid begrijpen maar er niet meer wezen
Het geheel bevatten maar geen lichaam gegund

Onvoorstelbaar dat men dit niet kan vrezen
De keuze was daar, opnieuw of zo door gekund
Ik kies voor onwetend, sta op, ben herrezen

dinsdag 26 mei 2015

Max Havelaar


Max Havelaar
Senne van der Vliet
V5C

Max Havelaar, het alom bekende werk van Eduard Douwes Dekker (ook bekend onder zijn pseudoniem Multatuli) (http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/19de/auteurs/lg19034.html) over de ervaringen van een ambtenaar in Nederlands-Indië (http://nl.scribd.com/doc/47189106/Max-Havelaar-samenvatting-per-hoofdstuk#scribd), is inmiddels al meer dan 150 jaar een gerenommeerd literair werk. Al sinds de eerste publicaties in 1860 tot aan het nieuwe millennium zijn de recensies overwegend positief (http://recensieweb.nl/recensie/een-subliem-protest/), en met reden: zelfs anderhalve eeuw na dato en ondanks de veranderde tijden blijft de structuur maar zeker ook de boodschap relevant.

Deze boodschap, dat het Koninkrijk der Nederlanden zich moest schamen voor zijn koloniaal beleid en dat dit beleid moest worden aangepast, was ten tijde van de publicatie bijzonder actueel maar tegelijkertijd ook erg nieuw. Douwes Dekker was de eerste die de misstanden in Indië aan de kaak stelde en de wijze waarop is op z’n zachtst gezegd opmerkelijk. Gedurende het hele boek komen de wantoestanden en corruptie in Nederlands-Indië al dan niet middels kleinere verhaaltjes naar voren en in de laatste passages van het boek richt hij, als Multatuli, zich rechtstreeks tot Koning Willem III om hem te waarschuwen voor wat er gebeurt als hij deze situatie zo door laat gaan. In Indonesië is de situatie inmiddels verbeterd maar er zijn nog steeds erg veel landen, bijvoorbeeld in Midden-Afrika, waar veel mensen het niet veel beter hebben dan de Indiërs uit de tijd van Max Havelaar. Vandaar dat we ook nu nog veel kunnen opsteken van dit boek, in ons Nederland zijn dit soort toestanden niet voor te stellen maar elders op de wereld gebeurt het nog wel.

De bedoeling van de schrijver was dus erg helder maar met alleen een boodschap kom je er niet. Douwes Dekker beschrijft de omgeving van Indonesië in zo’n groot detail dat je als lezer het gevoel hebt dat je er middenin zit. Dat Multatuli dit zo nauwkeurig kan is niet zo gek als je bedenkt dat hij zelf, net als de hoofdpersoon Max Havelaar, een ambtenaar in Indië is geweest en de situaties in het boek hoogstwaarschijnlijk zelf ook in meer of mindere mate heeft meegemaakt. De precieze details en het feit dat meneer Douwes Dekker zelf in Indië heeft geleefd maakt Max Havelaar tot een geloofwaardig stuk literatuur, alhoewel hier wel een kanttekening bij geplaatst moet worden. Max Havelaar stelt in het boek Douwes Dekker voor maar meneer Havelaar is wel erg overdreven perfect. Hij staat voor alles wat een goed en eerlijk persoon zou moeten zijn en men kan er dan ook vanuit gaan dat dit niet geheel waarheidsgetrouw is, maar dat Douwes Dekker zijn eigen personage een beetje aandikt om zo sympathie te wekken voor zichzelf en zijn boodschap.

Ook de opbouw is een erg sterk punt van Max Havelaar en toch wel 1 van de belangrijkste dingen die ervoor zorgen dat we vandaag de dag nog steeds Multatuli’s werk lezen. Zo zit het Max Havelaar vol raamvertellingen, verhalen in het echte verhaal, waarvan sommige op zichzelf al een boek waard zijn. Onder andere het treurige levensverhaal van Saïdjah en Adinda springt eruit maar ook de rest is zeker het lezen waard. Niet alleen dit soort kadervertellingen maar vooral ook de manier waarop Douwes Dekker ervoor zorgt dat je je constant afvraagt wie nu het laatste woord heeft over het boek, Stern, Droogstoppel of toch Multatuli zelf, is subliem en zeker voor die tijd ongekend.


Deze structuur in combinatie met de heldere, onderbouwde boodschap die op meerdere manieren nog steeds erg relevant is maakt Max Havelaar ook in onze tijd een must read is voor eigenlijk iedereen die ook maar een beetje geïnteresseerd is in literatuur.