zondag 5 oktober 2014

Boekverslag Het Dwaallicht

1)           Waar gaat het verhaal over? Vat het verhaal samen maximaal 20 woorden.
Het dwaallicht gaat over een man die samen met 3 zwarten vergeefs opzoek gaat naar ene Maria.


2)           Beschrijf in maximaal 100 woorden wat je tijdens het lezen van het boek vond. Had je zin om door te lezen, hoe komt dat volgens jou? Licht je antwoord toe.
Ik had nog nooit eerder een boek gelezen dat in zo’n oude stijl geschreven was en eerlijk gezegd vind ik het wel wat hebben. Woorden waar je nog nooit van gehoord had (zoals sedert) en ook een totaal andere zinsbouw dan degene die ik wel ken spraken me allebei erg aan, misschien omdat het ook een soort puzzel wordt om uit te vogelen wat de schrijver precies bedoelt.  Het enige moment waarop ik niet zoveel zin meer had om door te lezen was tegen het eind toen ze begonnen over godsdienst. Dit was, mede door het oude taalgebruik, erg lastig te begrijpen waardoor ik pas na 3x lezen echt begreep wat er werd bedoelt.

3)           De auteur presenteert in dit boek een visie op de werkelijkheid, ‘de idee’. Welke is dat volgens jou en waarom? Licht toe met handelingen of voorbeelden uit de tekst. Maximaal 100 woorden.
Dit vond ik een lastige vraag omdat mij de idee van dit verhaal niet echt duidelijk is, het gaat over een vergeefse zoektocht naar een ideaal wat niet blijkt te bestaan. Ik heb lang nagedacht over wat de schrijver hiermee zou kunnen bedoelen maar ik kwam er niet uit. Tenslotte heb ik mijn vader om hulp gevraagd en hij vertelde me dat het verhaal op de bijbel slaat, waarbij de drie zwarten voor de drie koningen staan en de zoektocht naar Maria de tocht naar Bethlehem voorstelt. De schrijver wilt zijn visie op het christendom hiermee duidelijk maken, namelijk dat het zinloos is. Nogmaals, hier was ik niet zelf achter gekomen maar mijn vader is erg geïnteresseerd in literatuur die met godsdienst te maken heeft (o.a. Knielen op een bed violen vond hij een erg goed boek).

4)           In hoeverre vind je deze visie actueel? Kunnen lezers anno 2014 iets opsteken van deze visie? Wat heb jij van het lezen van het boek opgestoken, op welke manier heeft het je aan het denken gezet? Minimaal 50 woorden.

Ik vind deze visie van de schrijver zeer actueel, zeker in die tijd. Eigenlijk voorspelde het verhaal een beetje de toekomst want na 1950 zijn steeds meer mensen vraagtekens gaan zetten bij het christelijke geloof en de kerk zoals Elschot al doet in Het Dwaallicht. Tijdens het lezen van het boek heb ik helemaal niet aan deze visie gedacht en het heeft me dan ook niet aan het denken gezet. Wat me wel aan het denken heeft gezet is de manier waarop er wordt omgegaan met de ‘zwarten’ in het boek. Het boek is rond 1945 geschreven en ik dacht eigenlijk dat Nederland/België, welke toch bekendstaan als multiculturele landen, in die tijd al veel minder racistisch was dan wat er in het boek wordt gezegd. Ik weet niet of Elschot hierbij heeft overdreven maar het feit dat ze openlijk voor baviaan worden uitgemaakt, dat iedereen ze minachtend aankijkt en dat ze niet naar binnen gaan bij het politiebureau had ik niet verwacht voor halverwege de 20e eeuw.  

Literatuurgeschiedenis Hooft

Hooft
  • 1 Wat waren de belangrijkste ideeën die Hooft met zijn werk wilde uitdragen? Noem er drie.
Leidinggevenden moeten het landsbelang boven eigenbelang stellen en hun ondergeschikten goed behandelen.
Modernisering van de Nederlandse literatuur
een verstandig en integer staatsbeleid

  • 2 Lees het Deuntje, op deze pagina, dat begint met ‘Als Jan Sijbrecht zou belezen’.
    a. Omschrijf kort (in maximaal 100 woorden) de rol van Jan en de rol van Sijbrech in dit lied.
    Jan is een man die met Sijbrecht (een vrouw) een relatie probeert te krijgen. Sijbrecht maakt echter misbruik van Jan door hem te slaan en te schreeuwen en vervolgens te zeggen dat hij dit maar moet verdragen als die echt verliefd is. Sijbrecht hoeft echter niet de dingen van Jan te verdragen volgens haar zelf.

b. Leg uit wat Jan en Sijbrecht bedoelen met de refreinregel ‘Reine liefd’ kan niet vergaan’.
Echte liefde gaat nooit over, hoe bont je het ook maakt.
Ze hebben alle drie met de liefde te maken
b. Voldoen de sonnetten aan de algemene regels die op de literatuurgeschiedenispagina ‘Revolutie in de Nederlandse literatuur’ gegeven worden? Geef argumenten voor je antwoord.
Niet helemaal volgens mij, ik zie geen duidelijke wending na de 8e regel hoewel dit wel zou moeten. Natuurlijk kan dit ook aan mij liggen want ik ben niet zo bedreven in het ontcijferen van gedichten. Als ze wel op de 8e regel een wending nemen kloppen ze mijns inziens wel gewoon.



Vondel
  • 1 Noem ten minste twee redenen waarom Vondel al in zijn eigen tijd te boek stond als ‘de grootste schrijver’.
Tijdens de Gouden Eeuw had hij al veel gebeurtenissen becommentarieerd waardoor hij dus al bekend was. Daarnaast schreef hij op een andere, meer kritische manier dan de andere schrijvers uit zijn tijd. Dit vonden de ‘gewone’ mensen interessant waardoor hij nog bekender werd.
  • 2 Leg uit hoe het kon dat een beroemd auteur als Vondel geldproblemen had, terwijl hedendaagse beroemde auteurs gemakkelijk van hun pen kunnen leven.
Omdat hij een “te scherpe pen” (te kritisch was) had volgens de vele rijkere mensen voor wie hij in die tijd kon schrijven, waardoor hij dus amper geld kon verdienen met zijn stukken omdat alleen de armeren het wilde laten publiceren en zij zelf al niet zoveel geld hadden.
  • 3 Zoek zelf achtergrondinformatie bij het gedicht Het stockske.
    a. Welke gebeurtenis wordt hier door Vondel beschreven?
De executie van Johan van Oldenbarnevelt
b. In het gedicht wordt het stokje aangesproken alsof het een persoon is: waarom gebruikt Vondel deze techniek?
Vondel was bang voor wat Maurits zou doen als hij erachter kwam dat het stockske over hem ging. Dit probeerde hij te voorkomen door metaforen te gebruiken zoals het stokje.
c. Welke boodschap wilde hij met het gedicht geven
?
Dat Johan van Oldenbarnevelt geen landverrader was maar dat juist Maurtis van Oranje dit was
d. Kun je het stokje tegenwoordig nog ergens bekijken?
Ja, het staat tentoongesteld in het Vondelmuseum






Huygens
A.     Onderzoek via allerlei naslagwerken, maar zeker ook via internet, het komische toneel van de zeventiende eeuw. Geef de namen van auteurs, stukken, uitgevers  en verschijningsdatum.
Vermeld je zoekstrategie. Zorg voor een lijst van minimaal tien stukken.

Schrijver

Werk

Jaar van uitgave

1.

G.A. Bredero

Spaanschen Brabander

1617

2.

L’avare

Molière

1668

3.

G.A Bredero

Moortje

1615

4.


Boere-klucht van Teeuwis de boer

1612

5.


Jan Klaasz of gewaande dienstmaagt

1682

6.

Willem G. van Focquenbroch

De min in 't Lazarus-huys

1683

7.


Warenar

1617

8.

William Shakespeare

All’s well that ends wel

1623

9.

William Shakespeare

The merry wives of Windsor

1602

10.

William Shakespeare

As you like it

1623










































Zoekstrategie: internet en klasgenoten
B.      Leg uit wat een puntdicht/epigram is en geef twee voorbeelden uit het werk van Huygens.
Een epigram is een kort en bondig gedicht met een woordspeling of een pointe.
Voorbeeld 1
Drucker. 

Van 'tKeiserlicke Hof tot de Schaepherders Kluijs 
Tracht ijeder vred' en vreughd en vrijheit te gewinnen; 
Ick ben de man alleen van averechtse sinnen, 
Die staegh om perssing en om druck wensch in myn huijs 
(5, p. 49)

Voorbeeld 2
Quacksalver.

Ick steeck mijn' stouten voet in der Doctoren Schoen,
En danss'er met voor 'tvolck, soo dat het oude seggen
Door mijn' vertieringen licht is om wederleggen:
Wat dunckt u, Boeren, is 't met seggen niet te doen?
(6, p. 60)


C.      Schrijf zelf 2 originele puntgedichten
Laatst ging ik naar de ijzerboer voor een stukje draad
Helaas was het ijzer al op, ik was waarschijnlijk te laat
Zilver is me te duur, ik ben op ‘t moment nogal een klaploper
God zij dank hadden ook ze nog een stukje goed koper

Sander zou ontzettend goed kunnen golven
Als ie wil komt ie elk hole met gemak door
Sponsoren zouden om hem vechten als wolven
Helaas heeft hij er de ballen niet voor

Overkoepelende vraag
Waarom worden volgens jou Vondel, Huygens en Hooft nog steeds interessant gevonden binnen de Nederlandse literatuur?

Auteurs als Vondel, Huygens en Hooft worden nog steeds interessant gevonden omdat ze alle 3 een ontzettend grote invloed hebben gehad op de Nederlandse literatuur als geheel, of dit nu was door opnieuw genres uit te testen (zoals Huygens met zijn puntgedichten)  of door kritische stukken te schrijven over de politiek en andere maatschappelijke onderwerpen (zoals Vondel met zijn stukken over de executie van Johan van Oldenbarnevelt). Daarnaast waren deze drie heren natuurlijk ook de grootmeesters van hun tijd met vele goede werken. Ook daarom kijken we nu nog steeds naar hun werken, ze zijn simpelweg de belangrijkste schrijvers van de Gouden Eeuw. Als laatste geven ze ons ook een goede indruk van hoe het leven er in de 17e eeuw aan toe ging. Door hun grote bibliografie kunnen we ons duidelijk voorstellen hoe het in die tijd moest zijn geweest waardoor iedereen die meer over deze tijd wilt weten automatisch bij hun werken uit komt (en ze dus nog steeds interessant gevonden worden).