De Elementen
De elementen is een psychologische roman geschreven door
Harry Mulisch (http://www.literatuurgeschiedenis.nl/lg/20ste/auteurs/lg20033.html) in 1988 en gaat over een man die op vakantie in aanraking met de 4 elementen komt: aarde, water, lucht en vuur (http://nl.wikipedia.org/wiki/De_elementen)
. Waarschijnlijk mede doordat Mulisch’ oeuvre bijzonder groot is en er veel
bekendere werken van hem zijn (zoals o.a. De aanslag, Twee vrouwen en De
ontdekking van de hemel) is er, mijns inziens ten onrechte, geen kwalitatief
hoogwaardige recensie van De elementen te vinden.(Dit artikel (http://nrcboeken.vorige.nrc.nl/schrijver/mulisch-harry)
van de NRC komt dan nog het dichtst in de buurt).
Overkoepelende thema’s in De elementen zijn naar mijn
inzicht eenzaamheid en het bestaan. De hoofdpersoon is op vakantie met een
familie waar niemand een connectie met elkaar heeft en denkt veel na over het
leven tot hij op de laatste paar bladzijden het antwoord vind in de 4 elementen
die met elkaar samen vallen.
Voor dit blog heb ik enkele gedichten uitgezocht die ik goed
vind passen bij het verhaal en zijn thema(‘s).
Als water ben ik uitgestort
Dom water. Beukt en
striemt de
pijlers van de brug die zwijgend
schrap staat tegen overgave. Eeuw
na eeuw is wat hij weet het binden
van twee oevers. Waakzaam, moe.
Weer ga ik door de oude stad, altijd
naar de rivier. Midscheeps posteer ik mij
in machteloze aandacht, blote hand
op steen. Ik brul met doorgesneden keel,
zonder geluid, van woede en verlies:
Al wat wij weten, hoe wij zijn, verdwijnt
als wind over het land. Herinnering
die even spartelt in het water en
verloren gaat. Grijsbruine golven die
hun naam niet zijn. De kamparts Tijd.
Rivier, stroom achterwaarts. Steen,
wordt weer vuur. Lucht om mij heen,
wordt lichaam dat mij draagt en
troost. Geheugen, val uiteen.
Anna Enquist,
pijlers van de brug die zwijgend
schrap staat tegen overgave. Eeuw
na eeuw is wat hij weet het binden
van twee oevers. Waakzaam, moe.
Weer ga ik door de oude stad, altijd
naar de rivier. Midscheeps posteer ik mij
in machteloze aandacht, blote hand
op steen. Ik brul met doorgesneden keel,
zonder geluid, van woede en verlies:
Al wat wij weten, hoe wij zijn, verdwijnt
als wind over het land. Herinnering
die even spartelt in het water en
verloren gaat. Grijsbruine golven die
hun naam niet zijn. De kamparts Tijd.
Rivier, stroom achterwaarts. Steen,
wordt weer vuur. Lucht om mij heen,
wordt lichaam dat mij draagt en
troost. Geheugen, val uiteen.
Anna Enquist,
Soldatenliederen,
Arbeiderspers 1991
Dit gedicht van Anna Enquist misschien niet helemaal bij het
thema eenzaamheid maar wel bij het bestaan en bij het boek als geheel. In mijn
ogen gaat dit gedicht namelijk over de tijd en het leven dat te snel gaat.
Verder komen alle vier de elementen aan bod en de titel kan letterlijk worden
verbonden aan de passage in het boek waar de hoofdpersoon met water en al uit
het blusvliegtuig wordt gestort.
Eenzaamheid
De lucht is zo lila en lauw
om de rose bloemen bij de molen.
Het water ernaast stapt grauw
geruist in de schoepen met vloeiende zolen.
Het is er om in 't grijs gereed te staan
en maar in en uit de kamers te gaan.
om de rose bloemen bij de molen.
Het water ernaast stapt grauw
geruist in de schoepen met vloeiende zolen.
Het is er om in 't grijs gereed te staan
en maar in en uit de kamers te gaan.
Pierre Kemp
uit: Pierre Kemp,
Een bloemlezing uit zijn kleine liederen,
G.A. van Oorschot, Amsterdam, 2de druk 1984
uit: Pierre Kemp,
Een bloemlezing uit zijn kleine liederen,
G.A. van Oorschot, Amsterdam, 2de druk 1984
De ontdekking
Een man ontdekte de zin van het bestaan,
holde naar buiten,
klampte iedereen aan, zei: "luister!
Het is heel anders dan u denkt!"
en over zijn woorden struikelend
legde hij het uit
aan iedereen
en iedereen was stomverbaasd-
is dat dus de zin van het bestaan...
ach, hoe is het mogelijk...
schudde zijn hoofd,
sloeg vlammen van zich af,
sprong in sloten, rivieren, riep om hulp
of liep peinzend weg.
Toon Tellegen,
Uit: Een dansschool
Querido Amsterdam 1992
holde naar buiten,
klampte iedereen aan, zei: "luister!
Het is heel anders dan u denkt!"
en over zijn woorden struikelend
legde hij het uit
aan iedereen
en iedereen was stomverbaasd-
is dat dus de zin van het bestaan...
ach, hoe is het mogelijk...
schudde zijn hoofd,
sloeg vlammen van zich af,
sprong in sloten, rivieren, riep om hulp
of liep peinzend weg.
Toon Tellegen,
Uit: Een dansschool
Querido Amsterdam 1992
Ook dit gedicht van Toon Tellegen past naar mening bij het
boek omdat, net als in het boek, ontdekt heeft hoe het leven in elkaar zit. Ook
vertellen beide Harry Mulisch en Toon Tellegen niet (duidelijk) wat deze
waarheid dan precies inhoudt Daarnaast
komen de 2 elementen water en vuur in het gedicht voor.
Ieder staat aan de kant van iets groots:
de rand van het leven en des doods.
Wij staren onze toekomst in
en zien geen eind en geen begin,
een uitzicht dat geen inzicht geeft,
een leven waar niets buiten leeft
binnen de korte warme poos
van onbewust naar bewusteloos.
Hoe vinden wij, het lijf ten spijt,
tijd voor een geloof in eeuwigheid?
Niets is immers voor altoos?
En bloemen, vlinders, aarde dan,
waarom genieten wij daarvan?
Wij raken immers alles kwijt?
Maar het vervallen van de roos,
het rode zwellen van de vrucht
dat niemand nog begrijpen kan
onder de dodeloze tijd
die elk jaar weer de dood herhaalt
en dan de zon die stijgt en daalt,
en altijd weer dat overdoen en
wederkeren der seizoenen...
wordt hier een les gerepeteerd?
Doen wij dus alles nog verkeerd?
En aldoor weer gedichten schrijven
om na mijn dood nog wat te blijven,
zoals onvruchtbaaar rozenzaad
gelooft dat het eeuwig voortbestaat?
Dat kan geen wiijsheid wezen, want
zoiets doet elke bloeise plant.
Leo Vroman
Uit De gebeurtenis en andere gedichten
(Querido, 2001)
Als laatste vind ik dit gedicht van Leo Vroman goed bij de
elementen passen. Het gedicht stelt namelijk ook vragen over het leven en
vooral de eeuwigheid, of dat eigenlijk wel iets is. De hoofdpersoon heeft hier
vooral aan het eind van het boek ook mee te maken. Zo is de laatste regel van
het deel Vuur: “Het vuur, de lucht, het water, de aarde, alles valt nu samen in
dit moment, dat niet meer tot de tijd behoort maar tot de eeuwigheid…”
abba-abba voor het octaaf en cdc-dcd voor het daaropvolgende
sextet.
Het geheel
En met de wind dringt door
dat ik het weet
Bouwstenen onzer Moeder aarde
Alles op z’n plaats, alles een waarde
Samen één gedachte die door mijn hoofd heen sneed
Met woorden als messen, als vlammen zo heet
Dit denkbeeld verbonden door tunnels waar de
Rivieren de gangen vullen en klaarden
Het is het leven dat door je handen gleed
Maar is dit dan het echte hoogtepunt
De eeuwigheid begrijpen maar er niet meer wezen
Het geheel bevatten maar geen lichaam gegund
Onvoorstelbaar dat men dit niet kan vrezen
De keuze was daar, opnieuw of zo door gekund
Ik kies voor onwetend, sta op, ben herrezen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten